BalansBudget CAO VVT 2022-2024
Vanaf 1 januari 2023 zijn werkgevers in de VVT-sector verplicht om medewerkers de mogelijkheid te bieden om te sparen voor BalansBudget. Het BalansBudget is bedoeld om in alle fasen van de loopbaan tijdelijk minder of niet te werken met het doel een betere werk- en privébalans te krijgen.
Deze regeling heeft een aantal aandachtspunten. De commissie aanpak administratieve lasten (CAAL) van Fizi geeft enkele tips aan zorgfinancials.
Opbouw van BalansBudget
Voor de opbouw van BalansBudget zijn twee soorten mogelijke bronnen die ingezet kunnen worden, tijdbronnen en geldbronnen. Het inzetten van deze bronnen dient ingericht te worden in het MKSA (meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden) van de organisatie, in afstemming met de Ondernemingsraad (OR).
- Tijdbronnen; (extra) bovenwettelijke verlofuren en in overleg met OR eventueel plusuren/meerwerk, overwerk, ORT (in tijd omgezet), (compensatie van) bijzondere diensten.
- Geldbronnen; De geldbronnen vakantiegeld en eindejaarsuitkering kunnen worden aangewend om extra verlof te kopen. NB Als brutoloon in het kader van MKSA wordt ingezet, moet erop gelet worden dat het gemiddelde brutoloon in een betaaltijdvak niet lager mag worden dan 108% van het wettelijk minimumloon (WML + 8% vakantiegeld)
Tip: Bij het opnemen van uren in het kader van het BalansBudget worden verlofuren, vakantiegeld en EJU opgebouwd en ORT afgerekend. Neem deze emolumenten daarom ook mee in de afspraak met de OR over de inzet van geldbronnen (tegen welk tarief uren ten behoeve van BalansBudget gekocht kunnen worden).
Vastlegging van BalansBudget
BalansBudget wordt geregistreerd in uren en het saldo BalansBudget moet door de medewerker apart (dus los van verlof ed.) geraadpleegd kunnen worden. Het fiscaal toegestane maximum voor BalansBudget is 100x de arbeidsduur per week.
Balanswaardering van BalansBudget
Gespaard BalansBudget is een opgebouwd recht van de medewerker en moet daarom gewaardeerd worden als schuld op de balans. De uren moeten, net als het verlofsaldo, gewaardeerd worden tegen het onderliggende bruto-uurloon van de betreffende medewerker met een opslag voor werkgeverslasten en eventueel andere bijkomende kosten.
Tip: De CAO geeft aan dat het verlofspaarsaldo wordt geïndexeerd voor een periode van in ieder geval 5 jaar. Leg daarom vast welke uren in welk jaar opgebouwd zijn, zodat besloten kan worden om na 5 jaar niet meer te indexeren. Dit zou af kunnen wijken van de waardering van het reguliere verlofsaldo (voor zover dit langer dan 5 jaar blijft staan).