Zitten zorginstellingen op een pot goud?
Deze vraag staat centraal in een interview met mij in Zorgvisie (februari 2024). In dit gesprek leg ik uit waarom de jaarrekening van zorgorganisaties een vertekend beeld kan geven van hun financiële situatie. Hoewel zorginstellingen op papier vaak positieve resultaten tonen, blijkt dit in de praktijk regelmatig te danken aan inkomsten uit vastgoed. Tegelijkertijd blijven de resultaten van de zorg zelf achter, wat niet altijd zichtbaar is in de cijfers.
Hoe vastgoedresultaten het eigen vermogen vertekenen
Veel zorgorganisaties voegen de resultaten van vastgoed en zorg samen in het bestemmingsfonds zorg, dat onderdeel is van het eigen vermogen. Dit fonds – voorheen bekend als de Reserve Aanvaardbare Kosten – laat hierdoor niet zien waar de resultaten vandaan komen.
Het resultaat uit vastgoed ontstaat uit het verschil tussen de vergoeding die de zorgaanbieder ontvangt in het tarief via de normatieve huisvestingscomponent (NHC) en de werkelijke kapitaallasten van dat jaar. Door een aparte bestemmingsfonds vastgoed te hanteren is het zichtbaar dat de groei van het eigen vermogen vooral voortkomt uit vastgoedresultaten. Tegelijkertijd zou dit ook inzicht geven in de noodzaak van dit fonds om toekomstige investeringen in vastgoed te financieren. Belangrijker nog, het negatieve resultaat uit zorg wordt dan direct zichtbaar als een daling van het bestemmingsfonds zorg.
Voorbeeld
Stel, een zorgorganisatie behaalt een totaalresultaat van €1 miljoen. Dit resultaat bestaat uit € 1,5 miljoen positief resultaat uit vastgoed en € 0,5 miljoen verlies uit zorg. In dit geval zou € 1,5 miljoen worden toegevoegd aan het bestemmingsfonds vastgoed, terwijl € 0,5 miljoen ten laste van het bestemmingsfonds zorg gaat. Het bestemmingsfonds zorg daalt dus, ondanks een positief totaalresultaat. Op dit moment wordt dit onderscheid vaak niet zichtbaar gemaakt in jaarrekeningen, omdat het niet verplicht is om een bestemmingsfonds vastgoed te voeren.
Methode om een bestemmingsfonds vastgoed te vormen
Om te begrijpen hoe een bestemmingsfonds vastgoed gevormd kan worden, is het belangrijk om terug te kijken naar de historie van de bekostiging van vastgoed in de langdurige zorg. De NHC is ingevoerd om huisvestingskosten transparanter te maken en het risico van vastgoed bij de zorgaanbieder te leggen. Dit risico omvat zowel bouw- en exploitatiekosten als eventuele leegstand.
De NHC werd in 2012 geleidelijk geïntroduceerd als onderdeel van een herziening van de bekostiging in de zorg. Voor 2012 werden kapitaallasten door de overheid vergoed via een systeem van nacalculatie, waardoor zorgaanbieders geen risico liepen op hun vastgoed. Met de NHC, een gestandaardiseerd bedrag per dag per cliënt gebaseerd op zorgzwaartepakket, ligt dit risico nu bij de aanbieder.
Stel, je wilt in de jaarrekening van 2024 een bestemmingsfonds vastgoed vormen. Je kunt dan het resultaat op vastgoed over de jaren 2012 tot en met 2024 totaliseren en dit bedrag gebruiken om de bestemmingsfonds vastgoed te vormen. Dit omdat de zorgaanbieder vanaf dat moment risico loopt op het vastgoed. Tegelijkertijd wordt het bestemmingsfonds met ditzelfde bedrag verlaagd.
Een alternatieve methode is om het bedrag aan hogere kapitaallasten na een investeringsperiode op te nemen in een bestemmingsfonds vastgoed.

Hoe muteert het bestemmingsfonds vastgoed?
Het bestemmingsfonds vastgoed muteert via de bestemming van het resultaat. Dit roept wellicht de vraag op: wat houdt resultaatbestemming precies in? Bij resultaatbestemming wordt het behaalde resultaat in de jaarrekening verdeeld over de verschillende onderdelen van het eigen vermogen. In ons voorbeeld betekent dit een verdeling tussen het bestemmingsfonds zorg en het bestemmingsfonds vastgoed.
Voorbeeld
Stel, een zorgorganisatie behaalt een totaalresultaat van € 0,3 miljoen negatief. Dit bestaat uit een verlies van € 0,4 miljoen op vastgoed en een positief resultaat van € 0,1 miljoen op zorg. In de resultaatbestemming van de jaarrekening vermeld je dat € 0,4 miljoen wordt gedekt uit het bestemmingsfonds vastgoed. Het uiteindelijke resultaat in de winst- en verliesrekening blijft negatief.
Waarom transparantie in eigen vermogen essentieel is
Transparantie is van cruciaal belang voor de stakeholders die de jaarrekening lezen, zoals zorgkantoren, verzekeraars en gemeenten. Zij verwachten dat zorgorganisaties hun vermogen inzetten om de kwaliteit van zorg te verbeteren. Een duidelijke scheiding in fondsen bevordert een constructief gesprek over de doelmatige inzet van middelen en tarieven bij contractering. Nu hoor je vaak dat een korting prima moet kunnen omdat zorgaanbieders over veel vermogen beschikken en gaat het niet meer over de investeringsopgave.
Voor partijen zoals het Waarborgfonds Zorgsector (WfZ) en banken biedt het inzicht in fondsen een realistischer beeld van het risicoprofiel van de zorgorganisatie. Zij verwachten dat hun vermogen opbouwen voor een geode buffer om risico’s in de toekomst op te vangen. Een stijging van het eigen vermogen suggereert wellicht een lager risicoprofiel, maar zonder inzicht in de herkomst van deze groei kan dit beeld misleidend zijn. Een onderscheid in het bestemmingsfonds maakt het bovendien mogelijk om te bespreken hoe tijdelijke dalingen in rendement door investeringen kunnen worden opgevangen met opgebouwd vermogen.
Conclusie
Het vertekende beeld van het eigen vermogen benadrukt de noodzaak van transparantie en het vormen van een bestemmingsfonds vastgoed. Dit biedt stakeholders beter inzicht in de financiële situatie van zorgorganisaties en bevordert een constructieve dialoog over de doelmatige inzet van middelen. Hoewel zorginstellingen op papier positieve resultaten kunnen tonen, is de indruk dat zij “op een pot goud zitten” vaak onjuist. Dit geld is in veel gevallen noodzakelijk voor investeringen in vastgoed en andere investeringen.
Auteur: Edwin Kalbfleisch
Edwin Kalbfleisch wil met zijn blogs het financieel management in de zorg versimpelen en daarmee een brug te slaan tussen de theorie en de praktijk. Hij zit in het Raad van Bestuur bij De Zorgcirkel en is schrijver van het boek ‘Financieel management in de zorg ontcijferd’.